Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik zal [28]Mijn hand [29]uitstrekken, en Egypte slaan met [30]al Mijn wonderen, die Ik in het midden van hetzelve doen zal; [31]daarna zal hij ulieden laten vertrekken. 28. Dat is, mijn sterke plagen. 29. Hebreeuws, zenden, uitzenden. 30. Hij verstaat de tien plagen, waarmede Hij Egypte wilde slaan. 31. Te weten, na het laatste, welke is de tiende plaag, het doden der eerstgeborenen.